zondag 26 november 2006

Bedenkingen bij nacht

Bedenkingen bij nacht.


Het ultieme moment om te lopen is de nacht.
Of de vroege ochtend.
Ik heb echter de hoop opgegeven ooit een ochtendmens te worden. De ochtend
is een prima verlengstuk van de nacht, maar de ochtend is geen begin.
Het is sterker dan mezelf. De wil is sterk maar het vlees is zwak.


Lopen in de ochtend is geen gruwelijk idee.
Niks zo fijn als een looptochtje 's ochtends na een een lange nachtelijke
autorit.
Mooi getimed is een rit naar het zuiden een ongelijfek plezier.
Zorgen dat je de afzink naar Namen in het donker kan nemen; Red Hot Chili
Peppers op de achtergrond; under the bridge. 120 op de teller en alles los.
De doortocht van Nancy. Mooi van zicht en uniek in de achteruitkijkspiegel.
De stad als een glimworm.
En dan de ochtend. Liefst in de winter op weg naar de bergen.
De ochtend in de buurt van Geneve of ergens rond Chambéry.


Dan is de ochtend uniek.
Stoppen met rijden, wagen aan de kant en dan lopen.
Op onbekend terrein; Doodmoe.


Medisch zal er wel een reden zijn, ik heb ze nog niet ontdekt.
Opstaan om drie of vier uur 's nachts valt mij minder moeilijk dan
gehoorzamen aan de gong om zes uur. Of zeven,...of acht,...negen,....
Tien is zeker haalbaar. Half tien kan ook, als de koffie klaar staat.


Maar het kost altijd moeite, opstaan zo laat in de nacht.
Nee, geef mij dan maar een ontbijt om drie uur 's nachts. Iemand oppikken in
Zaventem tegen vijf, terug tegen zeven. En dan lopen. Met de gloed van de
ochtend.


Nog mooier is een thuiskomst om vijf uur, half zes. De maand juni.
Examentijd.
En dan lopen in de stad. Een stad die wakker wordt. Een stad zonder files.
De stad bezet door ochtendmensen.
Een stad zonder lopers.


En als dat niet lukt?
Dan lopen we 'snachts.
Of 's avonds laat. Bij het begin van een nieuwe nacht.

Geen opmerkingen: